Sara Bergsma

Voorkom deze fouten voor hét perfecte stukje biefstuk

Het bereiden van een heerlijk sappig stukje biefstuk lijkt misschien eenvoudig, maar je kunt hiermee toch aardig de mist in gaan. Dus of je nu een amateur-kok bent die graag wil leren of een échte grillmeester die zijn vaardigheden wil aanscherpen: wij vertellen je op welke valkuilen je moet letten! 

Droogdeppen

Een essentiële stap die vaak over het hoofd wordt gezien bij het bereiden van biefstuk is het droogdeppen van het vlees voordat je het gaat bakken. Een vochtige biefstuk heeft namelijk de neiging om niet gelijkmatig te bruinen en het kan zelfs voorkomen dat ‘ie begint te stomen in plaats van te bakken. Dit komt de bite én de smaak helaas niet ten goede.

Thermometer gebruiken

Voor de perfect gegaarde biefstuk is het slim om gebruik te maken van een vleesthermometer. Steek de thermometer in het midden van het vlees om de temperatuur van de kern te meten. Bij 52 graden Celsius geeft de meter aan dat je biefstuk ‘rare’ is en bij 55 graden is het vlees ‘medium rare’. Heb je liever een ‘medium’ biefstuk, wacht dan tot de thermometer 58 graden aangeeft. Voor degenen die van goed doorbakken houden, bereik je ‘well done’ bij 68 graden Celsius.

Boter én olie gebruiken

Om te voorkomen dat je biefstuk verbrandt, is het cruciaal om zowel boter als olie te gebruiken bij het bakken. Begin met het toevoegen van een beetje ongezouten roomboter in een goed verhitte pan en zorg ervoor dat je genoeg boter gebruikt. Voeg vervolgens een klein scheutje olie toe aan de boter. Wacht tot er een goudbruine kleur ontstaat en voeg dan het vlees toe.

Goed hete pan

Voor die onmiskenbare knapperige korst is het gebruik van een gloeiendhete pan van groot belang. Zorg voor een goede ventilatie in de keuken, want het bakproces kan voor behoorlijk wat rook zorgen. De hitte van de pan is perfect voor die krokante buitenkant en de binnenkant blijft ondertussen lekker sappig. Een gietijzeren pan is het handigst om hiervoor te gebruiken.

Genoeg zout

Gebruik genoeg zout om zowel de smaak van het vlees als de saus te verrijken. Daarnaast onttrekt zout ook vocht aan het vlees en dat is goed. Strooi het zout pas vlak voor of tijdens het bakken over het vlees. Zwarte peper en een snufje grof zeezout voeg je het beste pas toe nadat het vlees gebakken is. Als je dit te vroeg doet verbrandt het zout en proef je er niet meer zoveel van.

Vlees op kamertemperatuur

Haal het vlees ten minste een uur vóór het bereiden uit de koelkast en dek het af om het op kamertemperatuur te laten komen. In het geval dat de biefstuk vacuüm is verpakt, is het ook belangrijk om deze verpakking te verwijderen. Hiermee voorkom je dat het vlees ‘schrikt’ wanneer het de pan raakt en dat het na het bakken van binnen alsnog te koud blijft.

Laten rusten

Het is verleidelijk om de biefstuk meteen na het bakken te snijden, maar dit gaat toch echt ten koste van de smaak. Het sap dat de biefstuk zo vol van smaak maakt, verspreidt zich dan over je bord en belandt uiteindelijk op je frietjes of salade. Om dit te voorkomen, moet je het vlees eerst, gewikkeld in aluminiumfolie, laten ‘rusten’. Laat het ongeveer net zo lang rusten als de baktijk.

Lees ook: 5 x dingen die funest zijn voor je scherpe messen

Dit bericht bewaren? Pin ‘m op Pinterest!

Bron: Margriet | Beeld: Adobe Stock