Naomi
40 min.
15 pers.
Ingrediënten
  • 500 gram bloem
  • 300 gram lauwwarme melk
  • 8 gram gedroogde gist
  • 50 gram boter, op kamertemperatuur
  • 25 gram bastardsuiker
  • 10 gram zout
  • 1 ei
  • Geklaarde boter*

Witte bolletjes zijn enorm geliefd!

Witte bolletjes zijn perfect voor het weekend. Eet ze lekker bij het ontbijt of bij de lunch. De smaak verveelt nooit en deze zijn zelfs nog lekkerder dan die uit de supermarkt. Ze zijn niet moeilijk om te maken, maar je moet er wel even geduld voor hebben. Geloof ons; je gaat er geen spijt van krijgen…

Wat moet je doen?

  • Meng het gist met een klein beetje van de melk. Doe de bloem, het gistmengsel, de rest van de melk, de basterdsuiker en het zout in een grote kom en kneed dit goed door elkaar. Voeg het boter in gedeeltes toe aan het deeg.
  • Verdeel het deeg in 15 gelijke stukjes. Beweeg nu je handpalm langs het bolletje en druk het deeg onder het bolletje. Dit heet opbollen. Leg ze nu op een deegkleedje en bedek ze met wat vershoudfolie. Laat de bolletjes 20 minuten rijzen.
  • Nu het leuke deel: sla de bolletjes plat. De lucht in de bolletjes is eruit en nu kunnen ze verplaatst worden naar een met bakpapier beklede bakplaat.
  • Klop het ei los en smeer de bolletjes hiermee in. Laat ze 80 minuten rijzen onder een vochtige theedoek in de oven op de laagste temperatuur.
  • Haal de broodjes uit de oven en verwarm de oven nu door naar 250 graden. Zet de bakplaat (uiteraard zonder theedoek) met de broodjes in de oven en verlaag de temperatuur naar 240 graden. Laat ze 8-12 minuten bakken.
  • * Maak ondertussen de geklaarde boter. Doe een flinke klont boter in de een pan en laat het smelten op een laag vuur. Er ontstaan nu twee soorten vloeistoffen. De ene is geel en doorzichtig en de andere is wit en troebel. Giet het doorzichtige vet in een aparte kom en zorg dat het troebele deel in de pan blijft. Smeer de broodjes hiermee in wanneer ze uit de oven komen.

Lees ook: Dit is waarom je witbrood altijd moet roosteren

Dit bericht bewaren? Pin ‘m op Pinterest!

Bron: Rutger Bakt! | Beeld: pxhere