Niets ruikt zo huiselijk als versgebakken brood – en als je het zelf hebt gemaakt, smaakt het nóg beter. Zuurdesembrood bakken heeft iets magisch: je maakt iets luchtigs en knapperigs met alleen bloem, water, zout en een beetje tijd. Geen pakjes, geen poespas – gewoon pure ambacht uit je eigen keuken.
Misschien heb je het al eens geprobeerd, of misschien staat er ergens een vergeten potje starter achter in de koelkast. Hoe dan ook: dit is je moment om (opnieuw) verliefd te worden op zuurdesem. In dit artikel neem ik je stap voor stap mee door het proces, van het activeren van je starter tot het moment waarop je een warm, knapperig brood uit de oven haalt.
Dus trek je keukenschort aan en geef je over aan het ritme van desem. Je hoeft geen bakker te zijn – alleen een beetje geduld en nieuwsgierigheid is genoeg.
Zuurdesemstarter: zo maak je ‘m
Om zuurdesembrood te bakken, heb je een actieve zuurdesemstarter nodig. Heb je er nog geen? Dan moet je die eerst maken. Dat kost ongeveer 5 tot 7 dagen, maar het is simpel en je hebt er daarna eindeloos plezier van.
Zo maak je ‘m:
-
Dag 1 t/m 5: Meng elke dag 50 g bloem + 50 g water in een pot. Roer goed en laat bij kamertemperatuur staan, losjes afgedekt.
-
Na een paar dagen ontstaan bubbels en een lichtzure geur – teken dat je starter leeft.
-
Zodra hij binnen 4–6 uur verdubbelt na het voeden, is hij klaar om te gebruiken.
Stap voor stap: Zuurdesembrood bakken
1. Voeden en activeren
Voer je starter in de ochtend: bijvoorbeeld 50 g starter + 50 g water + 50 g bloem. Wacht tot hij verdubbeld is (meestal 4-6 uur). Dan is hij actief genoeg.
2. Autolyse (bloem & water mengen)
Meng 500 g bloem met 350 g water. Laat 30 minuten rusten. Dit helpt de gluten ontwikkelen.
3. Starter en zout toevoegen
Voeg:
-
100 g actieve starter toe
-
10 g zout
Kneed of meng goed door. Laat 30 minuten rusten.
4. Stretchen & vouwen (3–4 keer)
Over 2–3 uur tijd: trek het deeg aan één kant op en vouw het over zichzelf heen. Draai de kom en herhaal (4 zijden). Doe dit 3 à 4 keer met 30 min ertussen. Het deeg wordt steeds sterker.
5. Eerste rijs (bulkrijs)
Laat het deeg 4–6 uur rijzen tot het ongeveer 50–75% is toegenomen. Warmer = sneller, kouder = trager.
6. Vormen
Stort het deeg op een bebloemd oppervlak. Vouw tot een bol (of ovaal) en leg in een bebloemd rijsmandje of een kom met een doek erin.
7. Koelkast (2e rijs) – de ‘cold proof’
Dek af en laat het deeg 8–18 uur in de koelkast staan. Dit zorgt voor smaakontwikkeling en stevigheid.
8. Bakken
-
Verwarm de oven (met pan erin) voor op 230°C – minstens 30 minuten.
-
Haal deeg uit de koelkast, stort op bakpapier, snijd in (scheurcontrole).
-
Leg het brood in de hete pan, deksel erop.
-
Bak 20 min met deksel, 20 min zonder.
-
Laat afkoelen op een rooster (minstens 1 uur).