Wie ooit verse pesto heeft geproefd, weet: de potjes uit de supermarkt vallen erbij in het niet. Zelfgemaakte pesto is fris, vol van smaak, romig én in een paar minuten klaar. Perfect over pasta, door soep, op een sandwich of als dip. Het geheim? Kwaliteit boven kwantiteit – en liefde voor basilicum.
Bereiding
-
Rooster de pijnboompitten licht in een droge koekenpan tot ze goudbruin zijn. Laat even afkoelen.
-
Doe basilicum, knoflook, pijnboompitten, Parmezaanse kaas en eventueel Pecorino in een blender of keukenmachine. Pulseer een paar keer.
-
Voeg de olijfolie langzaam toe terwijl je blijft mixen, tot je een smeuïge pasta hebt. Niet te glad – pesto mag structuur hebben.
-
Proef en voeg zout toe (vaak is de kaas al zout genoeg).
-
Eventueel: een paar druppels citroensap om de kleur mooi frisgroen te houden.
Tips & Variaties
-
Geen pijnboompitten? Gebruik walnoten, cashewnoten of amandelen.
-
Geen keukenmachine? Gebruik een vijzel – traditioneel én nóg lekkerder.
-
Maak extra en vries in, bijvoorbeeld in een ijsblokjesvorm.
-
Laat de kaas weg en gebruik edelgistvlokken voor een vegan versie.
-
Voeg wat spinazie toe voor een mildere smaak én extra bladgroen.
Lekker met:
-
Pasta (klassiek met trofie of linguine)
-
Geroosterde groenten
-
Op pizza of focaccia
-
Door aardappelpuree
-
Als sausje bij gegrild vlees of vis